Afwijkende mondgewoonten zijn gewoonten die negatieve gevolgen hebben voor de gebitsstand, uitspraak en het gehoor. Afwijkende mondgewoonten zijn: mondademen, verkeerd slikken en duim-, speen en vingerzuigen. Deze gewoonten kunnen het gevolg van elkaar zijn of elkaar in stand houden.
Indien de kaken en tanden bij het probleem betrokken zijn, kan de logopedist alleen geen blijvend resultaat tot stand brengen. In dit geval dient een orthodontist geraadpleegd te worden om een orthodontische behandeling op te stellen. Deze behandeling heeft pas ten volle nut als de myofunctionele problemen mee aangepakt worden.

 

  • Open mondgedrag/mondademen
    Wanneer u merkt bij uw kind dat er de gewoonte is om door zijn/haar mond te ademen terwijl het wel door de neus kan, kan dit zorgen voor een infectie in de keel of van de amandelen of zelfs een middenoorontsteking, verslapping van de mondspieren. Habitueel mondademen heeft verder ook invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen, want vaak is er dan ook open mondgedrag en een afwijkende tongligging in rust.

 

  • Afwijkend slikken
    Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen de tanden en/of kiezen aan duwt of wanneer de tong tussen de tanden en/of kiezen door komt. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, heeft dit veel invloed op de vorm van het gebit, maar ook op je spieren in de mond en je spraak. De tong wordt dan tussen de tanden geduwd bij het slikken. Hierdoor ontstaat er een infantiel slikpatroon. Doordat de tong tijdens dit afwijkend slikken telkens tegen de tanden duwt, kunnen de tanden scheef gaan staan. Afwijkend slikken kan ook aanwezig zijn, wanneer er gewoon door de neus geademd wordt.
    Ook bij het spreken kan de tong tussen de tanden komen. Lispelen is hiervan het gevolg. Dit wordt duidelijk bij de articulatie van de volgende klanken: l, n, t, d, s en z.

 

  • Duimzuigen
    Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Indien uw kind 3 jaar of ouder is en dit nog doet, dan is er sprake van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, zuigen of spenen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan de kracht van spieren in en rond de mond afnemen.
    Indien u bovenstaand gedrag opmerkt bij uw kind, aarzel zeker niet contact op te nemen.

 

  • Wat doen wij?
    Allereerst wordt er nagegaan welke afwijkende mondgewoonten er aanwezig zijn en welke gevolgen er hierdoor al merkbaar zijn.
    Het doel van de therapie is het weer in evenwicht brengen van alle mondspieren door middel van oefeningen en het afleren van verkeerde reflexen. Zo wordt de vorm en functie van de tanden en kaken weer hersteld. Verder wordt de oorzaak van één of meerdere problemen aangepakt en niet alleen de gevolgen van het verstoorde evenwicht. Dit heeft als gevolg dat andere therapieën zoals orthodontie later een blijvend resultaat opleveren.
    Mondademen moet bij kinderen zo vroeg mogelijk worden behandeld, omdat dit terugkerende verkoudheden en oorontstekingen kan voorkomen. De behandeling zal vooral gericht zijn op lipsluiting. Er worden oefeningen gegeven die de spieren van de tong en lippen versterken; andere oefeningen bevorderen het ademen door de neus.
    Zo is het ook wenselijk om het duimzuigen vóór de wisseling van de voortanden af te leren, omdat dit een nadelige invloed heeft op de gebitsontwikkeling. Het afwijkend slikken hoeft daarentegen pas na de wisseling van de voortanden worden aangepakt.