Dysfagie (slikprobleem)


Slikstoornissen ontstaan ten gevolge van een combinatie van stoornissen in de slikspieren, een verminderde gevoeligheid en een afname van reflexen. Verslikken is mogelijk als het voedsel of drinken in de luchtpijp terecht komt.

 

Dysfagie is de medische benaming voor problemen met slikken. Dysfagie is geen op zichzelf staande ziekte, maar een symptoom van een onderliggende aandoening.
Om goed te kunnen slikken moeten de spieren van de lippen, de tong, de kaak, de wangen en het strottenhoofd goed functioneren. Wanneer deze spieren niet goed functioneren kunnen de volgende problemen ontstaan:


Problemen met het afhappen van een lepel of het nemen van een slok
Moeite met kauwen van voedsel
Gemakkelijk verslikken in dranken
‘Hamsteren’ in één van de wangen
Het eten blijft ‘steken’ in de keel
De patiënt heeft veel tijd nodig voor het eten van een maaltijd


Wat is de oorzaak van een dysfagie?
Dysfagie kan verschillende oorzaken hebben. Een veel voorkomende oorzaak van een dysfagie is een hersenbloeding of een herseninfarct. Mensen met een dysfagie als gevolg hiervan hebben bijvoorbeeld moeite met het drinken van dunne dranken doordat de slikreflex vertraagd is. Ook kunnen zij moeite hebben met het kauwen van voedsel doordat aan één zijde van de mondholte het gevoel verminderd is.
Ook een spierziekte kan dysfagie veroorzaken. Mensen met een dysfagie ten gevolge van een spierziekte kunnen moeite hebben met het kauwen doordat de spieren snel vermoeid raken. Door vermoeidheid kunnen de spieren achterin de keel het voedsel ook niet goed in de richting van de slokdarm transporteren.
Plaatselijke beschadigingen of belemmeringen kunnen het slikken ook bemoeilijken. Voorbeelden hiervan zijn gebitsproblemen, stijve keelspieren ten gevolge van bestraling en ook operaties in het mond- keelgebied.

 

foutief slikpatroon bij kinderen

Een ander frequent probleem is infantiel slikken. Tandartsen en orthodonten spelen een grote rol in de detectie ervan want het is relatief onbekend. Baby's en peuters drinken op een zuigende manier met een voorwaartse tongbeweging, omdat zij drinken van de moederborst, een papfles of een teutbeker. Op latere leeftijd evolueert de slik spontaan naar een vloeiende, achterwaartse tongbeweging. Sommige kinderen blijven echter infantiel slikken. Dit heeft in de eerste plaats nadelige gevolgen voor de tandstand, want slikken doen we vaak. (zie afwijkende mondgewoontes)